Uit vaste rechtspraak volgt dat aan het ten laste gelegde begrip \"aanwezig hebben\u201d niet een civielrechtelijke betekenis moet worden toegekend. Voor het aanwezig hebben in de zin van de Opiumwet is niet vereist dat sprake is van beschikkings- of beheersbevoegdheid, noch van enigerlei wetenschap van het aanwezig hebben. Wel moeten de in de Opiumwet verboden middelen zich in de machtssfeer van een verdachte hebben bevonden.\u00a0<\/p>\n
Wetenschap niet afleiden uit justiti\u00eble documentatie<\/h3>\n
De Hoge Raad gaat serieus om met klachten inhoudende dat een verdachte, die vaak zelf antecedenten heeft op het gebied van de hennepteelt, niet wist dat een hennepkwekerij zich bevond in een ruimte die hij onder zeer verdachte omstandigheden aan onbekenden ter beschikking heeft gesteld.(HR 21 april 2009, LJN BH5221; HR 2 juni 2009, LJN BI1014; HR 3 november 2009, NJ 2010, 335 m.nt. Borgers; HR 3 november 2009, NJ 2010, 336 m.nt. Borgers; HR 16 november 2010, LJN BN8363)
Een afleiding van het opzet uit verdachte omstandigheden is niet zonder risico, zoals blijkt uit deze rechtspraak. Ook in de onderhavige zaak gaat die afleiding mij te snel.<\/p><\/div><\/div>