{"id":823,"date":"2014-02-20T21:21:02","date_gmt":"2014-02-20T20:21:02","guid":{"rendered":"https:\/\/hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl\/?p=823"},"modified":"2014-02-20T21:24:35","modified_gmt":"2014-02-20T20:24:35","slug":"geen-vergoeding-schade-aan-woningpand-bij-hennepkwekerij-indien-vernieling-niet-op-tenlastelegging-staat","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl\/geen-vergoeding-schade-aan-woningpand-bij-hennepkwekerij-indien-vernieling-niet-op-tenlastelegging-staat\/","title":{"rendered":"Geen vergoeding schade aan woning\/pand bij hennepkwekerij indien vernieling niet op tenlastelegging staat"},"content":{"rendered":"
Wanneer een verdachte alleen wordt vervolgd voor hennepteelt en de diefstal van elektriciteit, maar niet voor vernieling, is het niet mogelijk voor een benadeelde partij om zijn schade vergoed te krijgen. De reden hiervan is dat de ten laste gelegde strafbepalingen niet strekken tot vergoeding van schade ontstaan door vernieling. Dit is tevens zo bevestigd door de Hoge Raad in een uitspraak van 15 februari 2011,\u00a0ECLI:NL:HR:2011:BP0095<\/a>. “3.2.6. Bij de beoordeling van de klacht moet het volgende worden vooropgesteld. Op grond van art. 51a, eerste lid, Sv kan degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, zich ter zake van zijn vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij voegen in het strafproces. Van rechtstreekse schade is sprake indien iemand is getroffen in een belang dat door de overtreden strafbepaling wordt beschermd (vgl. HR 11 april 2006, LJN AV4007, NJ 2006\/263 en HR 22 april 2008, LJN BB7077, NJ 2008\/468).<\/em><\/p>\n 3.2.7. Het Hof heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van \u20ac 5.455,50 en de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. Gelet op hetgeen hiervoor is vooropgesteld behoeft deze beslissing, mede tegen de achtergrond van hetgeen door en namens de verdachte is aangevoerd, nadere motivering. Daarbij neemt de Hoge Raad in aanmerking dat het Hof heeft nagelaten inzichtelijk te maken welke door en namens de benadeelde partij aangevoerde schadeposten het Hof als “rechtstreekse schade” in de hiervoor onder 3.2.6 bedoelde zin heeft aangemerkt.”<\/em><\/p>\n
\n
\nDe Hoge Raad overwoog als volgt:<\/p>\n