Meer informatie "huiszoeking" Archives - hennepadvocaat-hennepkwekerij https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/huiszoeking-politie/ Sun, 25 Mar 2018 19:10:27 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.1.6 MMA-melding + zoemend geluid is voldoende voor huiszoeking ogv art. 9 Opiumwet https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/mma-melding-zoemend-geluid-is-voldoende-voor-huiszoeking-ogv-art-9-opiumwet/ https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/mma-melding-zoemend-geluid-is-voldoende-voor-huiszoeking-ogv-art-9-opiumwet/#respond Sun, 25 Mar 2018 19:10:27 +0000 https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/?p=1429 Een MMA-melding en het bij nader onderzoek horen van een zoemend geluid blijkt toch voldoende voor een huiszoeking op grond van artikel 9 Opiumwet, op zoek naar de aanwezigheid van een hennepkwekerij. MMA-melding hennepkwekerij In de zaak ging het om een MMA-melding. Op 26 juni 2014 ontving de politie een MMA-melding met de volgende inhoud: […]

The post MMA-melding + zoemend geluid is voldoende voor huiszoeking ogv art. 9 Opiumwet appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
Een MMA-melding en het bij nader onderzoek horen van een zoemend geluid blijkt toch voldoende voor een huiszoeking op grond van artikel 9 Opiumwet, op zoek naar de aanwezigheid van een hennepkwekerij.

MMA-melding hennepkwekerij

In de zaak ging het om een MMA-melding. Op 26 juni 2014 ontving de politie een MMA-melding met de volgende inhoud: “Er is een hennepkwekerij in het senioren-appartement aan de [a-straat 1] in Duiven. De luxaflexen zijn altijd gesloten. Er hangt een hennepgeur rond het appartement. Op donderdag 26 juni zijn er meerdere mensen naar binnen gegaan en lijkt het alsof er geoogst wordt.”
Op 26 juni 2014 te 17.00 uur is verbalisant [naar de woning aan de [a-straat 1] te Duiven gegaan. Deze verbalisant heeft bij de voordeur van het appartement gezoem van vermoedelijk een ventilator of ventilatoren gehoord. Hierop heeft de verbalisant contact opgenomen met de hulpofficier van justitie en deze heeft toestemming gegeven om de woning binnen te treden. De bewoner bleek niet aanwezig. De verbalisant is vervolgens zonder toestemming van de bewoner binnengetreden.
Enig nader onderzoek ter verificatie van deze melding is daarvoor noodzakelijk. Door de verbalisant is bij onderzoek rondom de woning wel gezoem van vermoedelijk een ventilator gehoord, echter of er inderdaad een hennepgeur rond de woning hing, of de luxaflex gesloten was dan wel of er enige verdere waarnemingen ter plaatse zijn gedaan van verhoogde activiteit die zouden kunnen duiden op het oogsten van hennep, zoals gemeld in de melding, wordt niet gerelateerd in het proces-verbaal van bevindingen. Dit klemt temeer nu het onderzoek rondom de woning plaatshad op de dag van de MMA-melding en die melding -kennelijk- betrekking had op gebeurtenissen van diezelfde dag. In dat geval had, bijvoorbeeld, de afwezigheid van een hennepgeur een contra-indicatie kunnen zijn voor de juistheid van de MMA-melding.

Juridisch kader huiszoeking

Op grond van art. 9 van de Opiumwet hebben opsporingsambtenaren -in het geval van een woning voorzien van een machtiging tot binnentreden- toegang tot plaatsen waar redelijkerwijs vermoed kan worden dat aldaar een overtreding van de Opiumwet plaatsvindt. De verdenking van overtreding van de Opiumwet kan worden aangenomen op basis van anoniem aan de politie verstrekte informatie, zoals die in deze zaak via Meld Misdaad Anoniem beschikbaar is gekomen. Of de melding voldoende grondslag oplevert voor het aannemen van die verdenking is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval.

Vooropgesteld dient te worden dat beantwoording van de vraag of een MMA-melding toereikend is voor toepassing van art. 9, eerste lid aanhef en onder b, Opiumwet. In belangrijke mate verweven is met de aan de feitenrechter voorbehouden weging en waardering van de omstandigheden van het geval en dat derhalve het oordeel van de feitenrechter daaromtrent in cassatie slechts in beperkte mate kan worden getoetst. (HR 11 maart 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1367, NJ 2008/328 (rov. 3.4). Zie voorts: HR 22 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1375 (rov. 3.3), HR 12 januari 2010, ECLI:NL:HR:BK8836 (rov. 3.4.1) en HR 13 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2492, NJ 2011/293)
Voorts dient vooraf te worden opgemerkt dat geen rechtsregel eraan in de weg staat dat de politie anonieme informatie gebruikt als startinformatie voor een opsporingsonderzoek (HR 13 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV4179, NJ 2006/346 en HR 22 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1375 (rov. 3.3)).
Dat neemt niet weg dat het in geval van een MMA-melding gewenst is dat zo mogelijk enig nader onderzoek plaatsvindt ter verificatie van die informatie (Vgl. HR 13 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2492, NJ 2011/293 en mijn conclusie voorafgaand aan HR 15 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2637).

Hof: onrechtmatige huiszoeking

Volgens het gerechtshof vormde de aanwezige melding tezamen met de enkele constatering van een zoemend geluid van vermoedelijk een ventilator, onvoldoende concrete grondslag voor de verleende machtiging tot binnentreden. Het niettemin gevolgde binnentreden moet om die reden als onrechtmatig en als een niet meer te herstellen verzuim in het vooronderzoek worden aangemerkt.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of aan het geconstateerde verzuim een rechtsgevolg moet worden verbonden en, zo ja, welk rechtsgevolg. Leidraad daarbij is het belang van het geschonden voorschrift, de ernst van het verzuim en het als gevolg daarvan door de verdachte ondervonden nadeel.
Naar het oordeel van het hof is door de onrechtmatige bewijsvoering een belangrijk voorschrift in aanzienlijke mate geschonden. Het hof stelt in dit verband vast dat het belang van het geschonden voorschrift -het ongestoorde huisrecht- gelegen is in de omstandigheid dat dit een van de belangrijkste rechten is die een burger geniet. Er is sprake van een ernstig verzuim nu de politie op basis van onvoldoende informatie, in afwezigheid van de bewoner de woning is binnengetreden. Het gevolg voor de verdachte is een ernstige inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer.
Gelet op het bovenstaande is het hof van oordeel dat hetgeen is gevolgd op het als onrechtmatig te beschouwen binnentreden -te weten de vondst van de hennepkwekerij en de door de verdachte afgelegde verklaringen- moet worden uitgesloten van het bewijs en de verdachte bij gebrek aan verder bewijs van het hem tenlastegelegde vrijgesproken moet worden.”

HR: MMA-melding en horen zoemend geluid is wel voldoende

De Hoge Raad vernietigde echter voormelde uitspraak van het hof en oordeelde dat de MMA-melding en het horen van het zoemend geluid wel als voldoende redelijk vermoeden van schuld kan worden beschouwd voor de huiszoeking:

“Het oordeel van het Hof dat ten tijde van het betreden van de woning onvoldoende verdenking ter zake van overtreding van de Opiumwet bestond, is in het licht van de inhoud van de gedane, zogenoemde MMA-melding en het resultaat van het door de politie ter verificatie van die melding verrichte onderzoek – het waarnemen van het gezoem van vermoedelijk een ventilator rondom de woning – niet zonder meer begrijpelijk.”

Zie ook een eerdere uitspraak van de Hoge Raad: HR 11 maart 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1367, NJ 2008/328.
In de zaak deed zich het volgende voor. De rechtbank had de verdachte vrijgesproken omdat, kort gezegd, de doorzoeking in de woning van de verdachte bij gebrek aan onvoldoende grond voor een verdenking onrechtmatig werd geoordeeld – nu slechts sprake was van een MMA-melding die niet werd ondersteund dan wel geverifieerd door het resultaat van enig (voorbereidend) opsporingsonderzoek – en derhalve de directe resultaten van die doorzoeking niet voor het bewijs mochten worden gebruikt. Het hof had het vonnis in zijn geheel – dus met dezelfde redengeving – bevestigd. De advocaat-generaal bij het hof stelde beroep in cassatie in. Het middel klaagde over het oordeel van het hof dat er onvoldoende grond was voor verdenking van overtreding van de Opiumwet in de woning die door de politie was doorzocht. De Hoge Raad oordeelde:
“3.4. Vooropgesteld dient te worden dat verdenking van overtreding van de Opiumwet kan worden aangenomen op basis van anoniem aan de politie verstrekte informatie. Die informatie was in het onderhavige geval vervat in een melding aan de Stichting Meld Misdaad Anoniem (MMA).
Het oordeel van het Hof dat ten tijde van de doorzoeking van de woning onvoldoende verdenking ter zake van overtreding van de Opiumwet bestond, is in het licht van de gedane, zogenoemde MMA-melding en de resultaten van het door de politie ter verificatie van die melding verrichte onderzoek – hiervoor onder 3.3.1 weergegeven – niet zonder meer begrijpelijk. Het middel is dus terecht voorgesteld.
3.5. Uit het voorgaande volgt dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven. De Hoge Raad zal de zaak terugwijzen. Opmerking verdient dat indien na terugwijzing de rechter tot het oordeel komt dat de bewijsgaring onrechtmatig is geweest, de vraag of zulks leidt tot bewijsuitsluiting dient te worden beoordeeld naar de maatstaven die door de Hoge Raad zijn uiteengezet in zijn arrest van 30 maart 2004, LJN AM2533, NJ 2004, 376, rov. 3.5 en 3.6.4.”

 

The post MMA-melding + zoemend geluid is voldoende voor huiszoeking ogv art. 9 Opiumwet appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/mma-melding-zoemend-geluid-is-voldoende-voor-huiszoeking-ogv-art-9-opiumwet/feed/ 0
Warmtebeeldcamera mag gebruikt worden voor opsporen hennepkwekerij https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/warmtebeeldcamera-mag-gebruikt-worden-voor-opsporen-hennepkwekerij/ https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/warmtebeeldcamera-mag-gebruikt-worden-voor-opsporen-hennepkwekerij/#respond Thu, 30 Jun 2016 21:51:09 +0000 https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/?p=1318 Een warmtebeeldcamera mag worden gebruikt voor het opsporen van een hennepkwekerij. Voor het inzetten van een warmtebeeldcamera is geen bevel ex artikel 126g Sv. van de officier van justitie vereist. Het gebruik van een warmtebeeldcamera valt niet te kwalificeren als een stelselmatige observatie. Artikel 3 Politiewet 2012 en de artikelen 141 en 142 Sv. bieden […]

The post Warmtebeeldcamera mag gebruikt worden voor opsporen hennepkwekerij appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
Een warmtebeeldcamera mag worden gebruikt voor het opsporen van een hennepkwekerij. Voor het inzetten van een warmtebeeldcamera is geen bevel ex artikel 126g Sv. van de officier van justitie vereist. Het gebruik van een warmtebeeldcamera valt niet te kwalificeren als een stelselmatige observatie. Artikel 3 Politiewet 2012 en de artikelen 141 en 142 Sv. bieden voldoende wettelijke grondslag voor het gebruik van de warmtebeeldcamera om een hennepkwekerij op te sporen.

HR 20 januari 2009, LJN: BF5603
Het middel berust op de opvatting dat elk gebruik van de warmtebeeldkijker waarbij de zich in de woning van de verdachte bevindende warmtebron wordt gemeten een zodanige inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte, dat voor deze inbreuk art. 2 Politiewet 1993 geen grondslag kan bieden. Die opvatting is onjuist. Reeds daarop stuit het middel af.

Gerechtshof ‘s-Gravenhage, 12 december 2002, ECLI:NL:GHSGR:2002:AF3056
Op grond van de vaststelling dat deze opsporingsmethode slechts een algemene aanwijzing voor een warmtebron kan opleveren, komt het hof tot het oordeel dat door de toegepaste methode geen inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte (vergelijk HR 12 maart 2001, AD7857 met betrekking tot feiten op tijdstippen voor de werking van de Wet bijzondere opsporingsmethoden). Van een schending van het in artikel 10 van de Grondwet, alsmede in artikel 8 EVRM vervatte recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer is geen sprake.

HR 12 maart 2002, LJN: AD7857 (conclusie P-G)
Met de verwijzing naar de memorie van toelichting bij de op 1 februari 2000 in werking getreden Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden wordt miskend dat deze wet in deze zaak niet van toepassing is (vgl. HR 16 maart 1999, NJ 1999, 686, m.nt. JR). Overigens kan erop worden gewezen dat de aangehaalde passage ziet op observatie met gebruik van een technisch hulpmiddel waarmee zodanig wordt geobserveerd en geregistreerd dat een min of meer volledig beeld ontstaat van de gangen van een persoon. In casu is in het geheel geen sprake van een dergelijk geval. Met name niet dat verzoekster, gelegen op een in werking zijnde zonnebank voor haar brandende open haard een huisdier aan het aanhalen was. Er is immers geen persoon geobserveerd en er is geen sprake van het vastleggen van gegevens.

The post Warmtebeeldcamera mag gebruikt worden voor opsporen hennepkwekerij appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/warmtebeeldcamera-mag-gebruikt-worden-voor-opsporen-hennepkwekerij/feed/ 0
Aparte manier van reageren is onvoldoende voor verdenking hennepplantage https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/aparte-manier-van-reageren-onvoldoende-voor-verdenking-hennepplantage/ https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/aparte-manier-van-reageren-onvoldoende-voor-verdenking-hennepplantage/#respond Mon, 24 Feb 2014 21:25:39 +0000 https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/?p=963 Voor het kunnen binnentreden en een huiszoeking moet er een voldoende verdenking bestaan. Er moet sprake zijn van een redelijk vermoeden van schuld dat er in de woning een overtreding van de Opiumwet plaatsvindt. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan een enkele MMA-melding voldoende zijn, maar meestal is er nodig voor een verdenking […]

The post Aparte manier van reageren is onvoldoende voor verdenking hennepplantage appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
Voor het kunnen binnentreden en een huiszoeking moet er een voldoende verdenking bestaan. Er moet sprake zijn van een redelijk vermoeden van schuld dat er in de woning een overtreding van de Opiumwet plaatsvindt. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan een enkele MMA-melding voldoende zijn, maar meestal is er nodig voor een verdenking op basis waarvan de woning kan worden binnengetreden. In een niet gepubliceerde uitspraak van de politierechter Maastricht van 19 oktober 2011, parketnummer 03/830143-11, lezen we dat een aparte manier van reageren op een verzoek van de politie om binnen te mogen kijken, niet voldoende is voor een redelijk vermoeden van schuld.

Feiten

Op 17 juni 2010 was de politie nar de woning van de verdachte gegaan om nader onderzoek te doen naar aanleiding van een anonieme melding uit mei 2010. Op dit adres zou volgens de melding in de kelder onder de garagebox een hennepplantage zijn. Het door de politie ingestelde onderzoek naar aanleiding van deze melding leidde echter niet tot ondersteuning van deze anonieme informatie. Zo leverde een netmeting ene negatief resultaat op. Ook bleek dat onderzoek van de politie uit 2005 en 2008 naar aanleiding van twee anonieme meldingen uit die jaren dat verdachte betrokken zou zijn bij hennepteelt, destijds niet geleid had tot het oprollen van een hennepplantage in verdachtes woning. Ook in 2008 was de netmeting negatief.

Op 17 juni 2010 arriveerde de politie dus bij de woning van verdachte met niet meer dan een anonieme melding en de wetenschap dat eerdere onderzoeken niets hadden opgeleverd. Een machtiging hadden de verbalisanten dan ook niet bij zich. Een kwartier na aankomst betraden de agenten echter toch tegen de wil van de bewoonster de woning op basis van een mondeling verstrekte machtiging die even later in schriftelijke vorm beschikbaar was.

Gronden verdenking

De vraag die zich hier voordoet is waardoor er (volgens de verbalisanten) later wel ineens voldoende verdenking was ontstaan om op basis van de Opiumwet over te gaan tot het binnentreden en doorzoeking.

De verbalisant schrijft hierover in het proces-verbaal van bevindingen dat hij voor aankomst bij de woning eerst naar de woning van verdachte had gebeld, en dat er toen een vrouw opnam. De verbalisant vertelde de vrouw over de verdenking dat er in de woning een hennepplantage was. Eenmaal bij de woning opende een jongedame de deur. De jongedame was driftig aan het bellen en keek hevig verward en angstig. De jongedame betrof de dochter van verdachte. De dochter bevestigde dat zij met haar vader aan het bellen was.
Op aandringen van de verbalisant gaf de dochter het telefoonnummer van haar vader, maar na bellen kreeg de verbalisant de bezettoon.
De verbalisant vroeg aan de dochter daarna om de toegang tot de woning om een onderzoek in te stellen, maar dat weigerde zij. Ook nadat de verbalisant nogmaals aangaf dat hij door haar verbale en non-verbale gedrag ervan overtuigd was dat er een hennepplantage in de woning was, weigerde zij hem de toegang.

Politierechter: onvoldoende verdenking

De politierechter Maastricht oordeelt echter dat dit alles tezamen nog niet voldoende verdenking oplevert om de woning op grond van artikel 9a Opiumwet te betreden en een huiszoeking te verrichten. De politierechter overweegt:

“De redenering van de verbalisant dat hij er op dit moment van overtuigd was dat er een hennepplantage in de woning was, is niet overtuigend. Want was er dan mer dan voordat hij met de woning sprak? Behalve de anonieme melding was er niets dat wees op een hennepplantage. Net als in 2005 en 2008 leverde het nadere onderzoek niets op. Het enkele gegeven dat de dochter, zonder justitiële antecedenten, met haar vader belde en geen toestemming verleende de woning te betreden levert geen grond voor verdenking op. Het was haar goed recht die toestemming te weigeren. Ook haar gedrag dat de verbalisant als zeer angstig en verward omschrijft zonder nadere toelichting waarop hij die interpretatie baseert, is onvoldoende om tot een verdenking als deze te komen. Er was derhalve geen verdenking en dus geen reden voor verstrekking van de machtiging. Dat betekent dat het binnentreden en het doorzoeken onrechtmatig is gebeurd. Er bestond in dit geval niet de bevoegdheid de woning van verdachte binnen te treden en te doorzoeken. Daarmee is een essentieel recht van verdachte, namelijk het huisrecht, dat is neergelegd in artikel 12 van de Grondwet, geschonden. Deze schending is naar het oordeel van de politierechter zo ernstig dat dit een onherstelbaar vormverzuim oplevert, zoals bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, waarop enkel bewijsuitsluiting past voor de resultaten van het onderzoek. Alles overziend is er onvoldoende bewijs om tot een bewezenverklaring van het telen van hennep en het stelen van elektriciteit over te gaan. De politierechter spreekt verdachte daarom vrij van beide tenlastegelegde feiten.”

Vonnis politierechter Maastricht

The post Aparte manier van reageren is onvoldoende voor verdenking hennepplantage appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/aparte-manier-van-reageren-onvoldoende-voor-verdenking-hennepplantage/feed/ 0
Ook slechts zoekend rondkijken toegestaan na toestemming binnentreden https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/ook-slechts-zoekend-rondkijken-toegestaan-na-toestemming-binnentreden/ https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/ook-slechts-zoekend-rondkijken-toegestaan-na-toestemming-binnentreden/#respond Mon, 24 Feb 2014 20:20:24 +0000 https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/?p=955 Ook in het geval dat door de bewoner van een woning toestemming aan de politie wordt gegeven om de woning binnen te treden, is het de politie hoogstens toegestaan in die woning zoekend rond te kijken, en bestaat er nog geen doorzoekingsbevoegdheid. Het is de politie dan niet toegestaan om kasten te openen, zoals een […]

The post Ook slechts zoekend rondkijken toegestaan na toestemming binnentreden appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
Ook in het geval dat door de bewoner van een woning toestemming aan de politie wordt gegeven om de woning binnen te treden, is het de politie hoogstens toegestaan in die woning zoekend rond te kijken, en bestaat er nog geen doorzoekingsbevoegdheid. Het is de politie dan niet toegestaan om kasten te openen, zoals een kunstof kast (Casa Box), een afgesloten koelbox en een emmer. Dit werd nog eens bevestigd in een niet gepubliceerd arrest van het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 26 januari 2012, parketnummer 20/004651-10. In deze zaak werd de verdachte vrijgesproken omdat er sprake was van het onrechtmatig openen van deze kast, emmer en koelbox.

Openen Casa Box, emmer, en koelbox

In deze zaak zagen de verbalisanten, na te zijn binnengelaten, een kunststofkast staan van het merk Casa Box, waarvan het bij de verbalisanten bekend was dat deze gebruikt wordt voor de teelt van hennep. De verbalisant heeft deze Casa Box geopend, en zag dat er een twintigtal hennepplanten in zaten. Op de zolderverdieping troffen de verbalisanten verder een hennepdrogerij aan, alsook een afgesloten emmer en een koelbox. Na het openen van de emmer en de koelbox zagen zij dat hierin gedroogde henneptoppen en hennepdelen waren opgeslagen.

Uitspraak Hof

Het hof overweegt dan als volgt:

Beperking bevoegdheid: zoekend rondkijken
“De bevoegdheid van de verbalisanten om de woning van de verdachte te betreden met het – kennelijke – tevoren aan de bewoner medegedeelde doel van inbeslagneming omvat mede het zoekend rondkijken naar voor inbeslagname vatbare zaken. Het hof is echter van oordeel dat tot dit zoekend rondkijken niet gerekend kunnen worden het openen van de deur van de kunststof kast (Casa Box) en het openen van de – kennelijk – afgesloten meer en koelbox. Dit zijn immers doorzoekingsactiviteiten waartoe de verbalisanten in dit geval niet bevoegd waren. Artikel 9 van de Opiumwet biedt geen bevoegdheid tot doorzoeking, niet alleen niet in woningen maar ook niet in afgesloten bergruimtes. De verbalisant had derhalve de deur van de kunststofkast (Casa Box) niet mogen openen, evenmin als de verbalisant de emmer en de koelbox had mogen openen.

Het hof is met betrekking tot het openen van de kunststof kast (Casa Box), de emmer en de koelbox van oordeel dat dit onbevoegd gebeurde, sprake is van onherstelbaar vormverzuimen in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Ingevolge het tweede lid van dat artikel dient de rechter bij de bepaling van de aan dergelijke vormverzuimen te verbinden consequenties rekening te houden met het belang dat het geschonden voorschrift dient, de ernst van het verzuim, en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt.

Onherstelbaar vormverzuim
Het hof is van oordeel dat het geschonden voorschrift in dit geval de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de bewoner wordt gediend. Het geschonden voorschrift is een belangrijke waarborg tegen onbevoegd overheidsoptreden. Het hof volgt de advocaat-generaal niet in zijn opvatting dat aan het beschermd belang minder gewicht moet worden toegekend omdat hier sprake is van vrijwillige toelating tot de woning met het doel van inbeslagneming en niet van het betreden van een woning tegen de wil van de bewoner met gebruikmaking van een daartoe strekkende machtiging. De vrijwillige toelating tot de woning impliceert immers geenszins de toestemming van de bewoner tot het doorzoeken van de woning.

Nadeel
Het hof is voorts van oordeel dat het beschermd belang door het openen van de kunststof kast, de emmer en de koelbox in aanzienlijke mate is geschonden. De verdachte heeft hiervan ook nadeel ondervonden. Dit nadeel is gelegen in de aantasting van de persoonlijke levenssfeer van de verdachte. De advocaat-generaal heeft zich met betrekking tot de kunststofkast op het standpunt gesteld dat het door de verdachte ondervonden nadeel beperkt is omdat bij de verbalisanten bekend was dat dergelijke kasten gewoonlijk gebruikt worden voor de teelt van hennepplanten en de verbalisanten op die voet de gehele kunststofkast met inhoud in beslag had kunnen nemen, waarna bij onderzoek aan de kast alsnog de daarin aanwezige hennepplanten aangetroffen zouden zijn. Het hof volgt de advocaat-generaal in dit standpunt niet, om de reden dat de door de advocaat-generaal omschreven werkwijze, die zeer wel mogelijk was geweest, hier niet is gevolgd. Het hof merkt daarbij op dat het sauveren van onrechtmatig politieoptreden met de redenering dat de politie ook op een rechtmatige wijze het bewijs had kunnen achterhalen, kan leiden tot uitholling van de strafvorderlijke voorschriften die gericht zijn op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal
Het hof stelt vast dat het bewijsmateriaal in deze zaak, te weten het aantreffen van hennepplanten in de kunststof kast (Casa Box) en de gedroogde henneptoppen en hennepdelen in de emmer en de koelbox, door de onrechtmatige bewijsgaring is verkregen. Zoals overwogen is daarbij telkens een belangrijk strafvorderlijk voorschrift  of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate geschonden. Dit leidt het hof tot de slotsom dat het onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal van het bewijs van het tenlastegelegde behoort te worden uitgesloten.

Onduidelijkheden proces-verbaal
Het had op de weg van de politie gelegen aan te geven of de drugs die buiten de kast, emmer of koelbox zijn aangetroffen, zich in niet-afgesloten verpakkingen bevonden, en daarmee voor het oog direct zichtbaar waren. Nu dat niet is gebeurd, zal het hof in het voordeel van de verdachte er voorts van uitgaan dat ook deze drugs, te weten de in een plastic bakje van Desira fruchtjoghurt en in een wit plastic bakje van Yogasan Vanilla aangetroffen plantdelen en een hoeveelheid vermalen plantresten, zich in afgesloten verpakkingen bevonden, zodat de inhoud ervan bij het zoekend rondkijken niet als “voor de hand liggend” kan zijn waargenomen doch eerst na opening van die respectievelijke verpakkingen. De kleine hoeveelheid plantenresten uit het droognet is niet gewogen.

Vrijspraak
Bij gebrek aan bewijs voldoende wettig bewijs kan naar het oordeel van het hof niet bewezen worden dat de verdachte het bij inleidende dagvaarding onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zodat zij daarvan zal worden vrijgesproken.

Volledig arrest gerechtshof ‘s-Hertogenbosch

The post Ook slechts zoekend rondkijken toegestaan na toestemming binnentreden appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/ook-slechts-zoekend-rondkijken-toegestaan-na-toestemming-binnentreden/feed/ 0
Ook toegestaan om afgesloten deuren naar andere kamers te openen https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/ook-toegestaan-om-afgesloten-deuren-naar-andere-kamers-te-openen/ https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/ook-toegestaan-om-afgesloten-deuren-naar-andere-kamers-te-openen/#respond Sat, 22 Feb 2014 17:24:28 +0000 https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/?p=888 Artikel 9, eerste lid aanhef en onder b, Opiumwet verschaft opsporingsambtenaren de bevoegdheid om zich doorgang en toegang te verschaffen tot de plaats waar een overtreding van de Opiumwet wordt gepleegd of waar redelijkerwijze vermoed kan worden dat zodanige overtreding wordt gepleegd. Zij mogen zoekend rondkijken en voorwerpen die voor de hand liggen in beslag […]

The post Ook toegestaan om afgesloten deuren naar andere kamers te openen appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
Artikel 9, eerste lid aanhef en onder b, Opiumwet verschaft opsporingsambtenaren de bevoegdheid om zich doorgang en toegang te verschaffen tot de plaats waar een overtreding van de Opiumwet wordt gepleegd of waar redelijkerwijze vermoed kan worden dat zodanige overtreding wordt gepleegd. Zij mogen zoekend rondkijken en voorwerpen die voor de hand liggen in beslag nemen. (HR 25 mei 2004, LJN AO6419).

Hierbij mogen ze ook afgesloten deuren naar andere ruimtes openen. Dat volgt uit voormelde uitspraak, maar ook uit verschillende uitspraken die daarop volgden.

Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 5 juli 2010, ECLI:NL:GHSHE:2010:BN1460

“De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat in het vooronderzoek een onherstelbaar vormverzuim is begaan dat op grond van het bepaalde in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering dient te leiden tot strafvermindering. De verdediging heeft aangevoerd dat de verbalisanten, nadat zij de woning van de verdachte hadden betreden, op de eerste verdieping een gesloten – maar niet door middel van een sleutel afgesloten – deur van een ruimte hebben geopend. Het openen van een gesloten deur levert niet op het zoekend rondkijken, maar een doorzoeking, aldus de raadsvrouwe. De verbalisanten waren daartoe niet gerechtigd.

B.

Het hof overweegt het navolgende.

De relevante wetsbepalingen – luiden voor zover thans van belang – als volgt:

Artikel 9 Opiumwet:

“1. De opsporingsambtenaren hebben, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is, toegang:

a. (…);

b. tot de plaatsen, waar een overtreding van deze wet gepleegd wordt of redelijkerwijze vermoed kan worden, dat zodanige overtreding gepleegd wordt.

2. (…).

3. Zij zijn te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen. (…)

4.

(…).”

Algemene wet op het binnentreden:

– art. 2, eerste lid:

“Voor het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is een schriftelijke machtiging vereist (…).”

– art. 9:

“Degene die bevoegd is zonder toestemming van de bewoner binnen te treden, kan zich de toegang tot en de doorgang in de woning verschaffen, voor zover het doel van het binnentreden dit redelijkerwijs vereist. Hij kan daartoe zo nodig de hulp van de sterke arm inroepen.”

De Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de Wet van 22 juni 1994, Stb. 572 tot vaststelling van de Algemene wet op het binnentreden (Awbi), houdt ten aanzien van art. 9 onder meer het volgende in:

“Indien de binnentredende ambtenaar een gedeelte van de woning (bij voorbeeld een kamer, gang of zolder) afgesloten vindt, is dit artikel betreffende het verschaffen van doorgang van toepassing.”

(Kamerstukken II 1984-1985, 19 073, nr. 3, p. 27).

Gelet op voormeld samenstel van bepalingen mochten de opsporingsambtenaren zich niet alleen zonder toestemming van de verdachte toegang tot de woning verschaffen. Zij mochten zich ook doorgang en toegang verschaffen tot die ruimten in de woning waar de overtreding van de Opiumwet werd vermoed te worden gepleegd – hier de kamer met de dichte deur – teneinde daar verdere activiteiten te ondernemen op grond van de hen toekomende bevoegdheid tot inbeslagneming ex artikel 9, derde lid, van de Opiumwet. Dat zij hiervoor de deur moesten openen, ontneemt aan hun handelen niet het karakter van het zich toegang verschaffen. Dat zou zelfs niet anders zijn geweest indien deze deur afgesloten was en zij de deur hadden moeten forceren (vgl. Hoge Raad 25 mei 2004, NJ 2006, 435).”

The post Ook toegestaan om afgesloten deuren naar andere kamers te openen appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/ook-toegestaan-om-afgesloten-deuren-naar-andere-kamers-te-openen/feed/ 0
Redelijk vermoeden van schuld obv CIE-informatie of MMA-meldingen https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/redelijk-vermoeden-van-schuld-obv-cie-informatie-mma-meldingen/ https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/redelijk-vermoeden-van-schuld-obv-cie-informatie-mma-meldingen/#respond Sat, 08 Feb 2014 21:43:16 +0000 https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/?p=437 De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 11 maart 2008, LJN BC1367, NJ 2008, 328 weliswaar overwogen dat verdenking van overtreding van de Opiumwet kan worden aangenomen op basis van anoniem aan de politie verstrekte informatie, zijnde een melding aan de stichting Meld Misdaad Anoniem (MMA), maar deze rechtspraak niet impliceert dat per definitie […]

The post Redelijk vermoeden van schuld obv CIE-informatie of MMA-meldingen appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 11 maart 2008, LJN BC1367, NJ 2008, 328 weliswaar overwogen dat verdenking van overtreding van de Opiumwet kan worden aangenomen op basis van anoniem aan de politie verstrekte informatie, zijnde een melding aan de stichting Meld Misdaad Anoniem (MMA), maar deze rechtspraak niet impliceert dat per definitie een anonieme melding steeds voldoende verdenking oplevert (zie de conclusie van mijn ambtgenoot Machielse vóór HR 30 juni 2009, LJN BI3875, en ook HR 11 maart 2008, LJN BB7662, NJ 2008, 329).

Voldoende is het echter al wanneer de bij de CIE binnengekomen informatie nader werd geverifieerd door het onderzoek ter plaatse en werd ondersteund door de eerdere anonieme melding, ook al bleek die eerdere melding achteraf niet juist te zijn (zie de conclusie van mijn ambtgenoot Machielse vóór HR 5 september 2006, LJN AV4122).

The post Redelijk vermoeden van schuld obv CIE-informatie of MMA-meldingen appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/redelijk-vermoeden-van-schuld-obv-cie-informatie-mma-meldingen/feed/ 0
Anonieme melding(en) bieden zonder nader onderzoek onvoldoende bewijs voor redelijke vermoeden van schuld https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/anonieme-meldingen-bieden-zonder-nader-onderzoek-onvoldoende-bewijs-voor-redelijke-vermoeden-van-schuld/ https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/anonieme-meldingen-bieden-zonder-nader-onderzoek-onvoldoende-bewijs-voor-redelijke-vermoeden-van-schuld/#respond Sat, 08 Feb 2014 18:17:03 +0000 https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/?p=421 Een redelijk vermoeden als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, van de Opiumwet slechts kan worden aangenomen naar aanleiding van een MMA-melding, indien de inhoud van die melding door enig onderzoeksresultaat wordt bevestigd. Dit is inmiddels vaste jurisprudentie. Verdenking van overtreding van de Opiumwet kan worden aangenomen op basis van anoniem […]

The post Anonieme melding(en) bieden zonder nader onderzoek onvoldoende bewijs voor redelijke vermoeden van schuld appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
Een redelijk vermoeden als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, van de Opiumwet slechts kan worden aangenomen naar aanleiding van een MMA-melding, indien de inhoud van die melding door enig onderzoeksresultaat wordt bevestigd. Dit is inmiddels vaste jurisprudentie.

Verdenking van overtreding van de Opiumwet kan worden aangenomen op basis van anoniem aan de politie verstrekte informatie.(HR 11 maart 2008, LJN BC1367, NJ 2008, 328, ro. 3.4.; HR 22 januari 2008, LJN BC1375, ro. 3.3; als ook HR 13 juni 2006, LJN AV4179, NJ 2006, 346, ro. 3.5.)
De beantwoording van de vraag of dergelijke informatie toereikend is voor de toepassing van artikel 9, eerste lid aanhef en onder b, Opiumwet is in belangrijke mate afhankelijk van aan de feitenrechter voorbehouden weging en waardering van de omstandigheden van het geval. Het oordeel van de feitenrechter daaromtrent kan derhalve in cassatie slechts in beperkte mate worden getoetst.(HR 12 januari 2010, LJN BK8836, ro. 3.4.1.)

Uitgangspunt is dat bij een MMA-melding enig onderzoek dient plaats te vinden alvorens opgetreden kan worden. De enkele melding levert in de regel geen redelijk vermoeden van schuld op. De reden daarvoor is evident: “aangezien de melder in beginsel anoniem blijft en diens betrouwbaarheid niet of nauwelijks kan worden getoetst, dient naar de inhoud van de melding nader onderzoek plaats te vinden. Het resultaat van dat onderzoek kan er vervolgens toe leiden dat er een zodanige verdenking ontstaat dat opsporingsambtenaren toegang hebben tot de plaatsen waar een overtreding van de Opiumwet gepleegd wordt of waar redelijkerwijze vermoed kan worden dat een dergelijke overtreding gepleegd wordt (art. 9 lidl sub 2 Opiumwet)” aldus het Hof Amsterdam. De Hoge Raad maakt deze redenering in het arrest van 22 januari 2008 tot de zijne (LJN:BC1375, Hoge Raad, 03468/06).
Zie ook Hoge Raad 11 maart 2008 (UN:BC 1367, HR 03194/06) waarin de Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof dat de er onvoldoende verdenking bestond niet zonder meer begrijpelijk was juist omdat de politie die informatie voor het binnentreden nader had onderzocht.

Ook in spoedgevallen is een enkele anonieme melding onvoldoende voor een redelijke vermoeden van schuld op basis waarvan een machtiging tot binnentreding kan worden afgegeven. Dit volgt ook uit HR 13 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2490, waarin de Hoge Raad het volgende overwoog:

“Het Hof heeft vooreerst geoordeeld dat in het onderhavige geval op basis van de MMA-melding “de betrokken politiemensen zeer wel het vermoeden konden hebben dat in de bedoelde woning een overtreding van de Opiumwet werd gepleegd”. Vervolgens heeft het Hof echter nadere aandacht besteed aan de rechtmatigheid van het politieoptreden en heeft het in dat verband uiteengezet dat en waarom in de omstandigheden van het geval het achterwege laten van nader onderzoek het binnentreden van de desbetreffende woning niet onrechtmatig doet zijn, waarbij het heeft benadrukt dat spoed was geboden.
Daarmee heeft het Hof kennelijk tot uitdrukking willen brengen dat in het onderhavige geval voor het aannemen van verdenking van overtreding van de Opiumwet nadere verificatie van de anonieme melding was vereist, maar dat het achterwege laten daarvan in de omstandigheden van het geval het binnentreden niet onrechtmatig doet zijn. Dat oordeel is niet zonder meer begrijpelijk. De enkele door het Hof in aanmerking genomen omstandigheid dat de inhoud van de MMA-melding tot spoed noopte, ontneemt immers niet de onrechtmatigheid aan het binnentreden op grond van (anonieme) informatie die zonder nadere verificatie onvoldoende verdenking oplevert. Voor zover het middel daarover beoogt te klagen is het terecht voorgesteld.”

The post Anonieme melding(en) bieden zonder nader onderzoek onvoldoende bewijs voor redelijke vermoeden van schuld appeared first on hennepadvocaat-hennepkwekerij.

]]>
https://hennepadvocaat-hennepkwekerij.nl/anonieme-meldingen-bieden-zonder-nader-onderzoek-onvoldoende-bewijs-voor-redelijke-vermoeden-van-schuld/feed/ 0