Kalkafzetting en algengroei zeggen niets over kweekperiode
Op 24 oktober 2012 deed het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch een belangrijke uitspraak over de vaststelling van eventuele eerdere oogsten op basis van de geconstateerde kalkafzetting en algengroei. Volgens het hof kan niet zonder meer op basis van deze indicatoren een eerdere oogst worden vastgesteld. De uitspraak is gepubliceerd onder LJN: BY2956.
In de zaak ging de politie de politie uit van de volgende ‘ervaringsregel”:
“Kalkafzetting duidt op een langdurig gebruik van de betreffende systemen c.q. goederen. Uit ervaringsgegevens is van kalk- en algenafzetting pas na minimaal twee oogsten sprake. In gebieden met zogenaamd zacht water, is hiervan vaak pas na drie tot vier oogsten sprake.”
De verdachte ontkende echter en verklaarde dat er niet eerder was geoogst. Zijn verklaring hield het volgende in:
– dat hij de hennepkwekerij in augustus 2008 heeft opgebouwd;
– dat de hennepplanten sinds drie of vier weken voor de ontdekking van de hennepkwekerij op 19 november 2008 in de kwekerij stonden;
– dat de geconstateerde hoeveelheid stof kan worden verklaard uit het feit dat hij de apparatuur tweedehands heeft aangeschaft en het feit dat hij werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van de kwekerij die stof hebben veroorzaakt;
– dat de kalk- en algenafzetting kan worden verklaard uit het feit dat in Guttecoven kalkrijk water heeft.
Hierop heeft het hof nader onderzoek gelast. Eerst is er een politieagent gehoord over het proces-verbaal van bevindingen. Toen bleek dat dit proces-verbaal niet meer inhield dat wat aangekruiste vakjes, zonder dat de daarachter genoemde ervaringsregels waren gecontroleerd, en waarbij het ook onduidelijk was wie die ervaringsregels had vastgesteld. Belangrijk was dat de verbalisant ter terechtzitting bij het hof verklaarde dat hij het op basis van zijn eigen ervaring niet eens is met de hiervoor genoemde ervaringsregel.
Uit nader onderzoek bleek vervolgens dat water naast kalk uit nog een aantal andere mineralen bestaat die kunnen neerslaan en het volgens een specialist procestechnologie van WML(Limburgs Drinkwater) onmogelijk (of minimaal uiterst ingewikkeld) is om basis van de observatie dat “er kalkafzetting en algengroei heeft plaatsgevonden” een uitspraak te doen over de duur van het kweekproces.
Het hof heeft de ontnemingsvordering afgewezen met de volgende motivering:
“Het hof is gelet op dit een en ander dan ook van oordeel dat, op basis van de aangetroffen kalk- en algenafzetting in de hennepkwekerij, niet zonder meer geconcludeerd kan worden dat er aldaar een eerdere oogst heeft plaatsgevonden. Ook bezien in samenhang met de aangetroffen hoeveelheid stof en de vervuiling van de aangetroffen apparatuur komt het hof niet tot een ander oordeel. Daarbij heeft het hof nog in aanmerking genomen dat verdachte heeft verklaard dat hij de apparatuur tweedehands heeft aangeschaft.
Aldus bestaan onvoldoende aanwijzingen die dwingend tot de conclusie leiden dat de verdachte buiten de op 19 november 2008 aangetroffen hoeveelheid hennepplanten, in voormelde periode nog een andere hoeveelheid hennepplanten heeft gekweekt.
Bijgevolg is hetgeen de advocaat-generaal ter onderbouwing van zijn standpunt heeft aangevoerd niet aannemelijk geworden en moet de vordering ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht worden afgewezen. “