Aftrek investeringskosten hennepkwekerij

In het algemeen geldt dat de werkelijk gemaakte kosten voor de aanschaf van de installatie van de hennepkwekerij en al het toebehoren voor aftrek in mindering komen. Bij de hennepkwekerij moet hier gedacht worden aan de lampen, kweekbakken, tafels, potten, ventilatoren, bewateringssysteem, afzuiginstallatie, knipschaartjes, elektriciteitsvoorzieningen. Het is aan de verdachte om deze kosten aan te tonen, hetgeen in de praktijk vrijwel niet mogelijk is. In de hennepbranche wordt nu eenmaal niet met bonnetjes gewerkt.

Standaardbedragen rapport BOOM

Bij het ontbreken van bewijzen van de werkelijk gemaakte investeringskosten, wordt in de meeste gevallen teruggegrepen naar de standaardbedragen uit het rapport Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht - standaardberekeningen en normen. Op basis van dat rapport wordt dan een schattig gemaakt van de investeringskosten op basis van standaardkosten naar gelang de omvang van de hennepkwekerij. In de volgende tabel zijn de investeringskosten overeenkomstig dit rapport weergegeven.

Omvang hennepkwekerij Investeringskosten Afschrijvingskosten per oogst
   0 -   200 planten €   3.000,00 € 150,00
200 -   300 planten €   4.000,00 € 200,00
300 -   400 planten €   5.000,00 € 250,00
400 -   500 planten €   6.000,00 € 300,00
500 -   600 planten €   7.000,00 € 350,00
600 -   700 planten €   8.000,00 € 400,00
700 -   800 planten €   9.000,00 € 450,00
800 -   900 planten € 10.000,00 € 500,00
900 - 1000 planten € 10.000,00 € 500,00

Gedeeltelijke aftrek investeringskosten per oogst

Het rapport gaat uit van een gedeeltelijke aftrek van de investeringskosten per oogst, uitgaande van de fictie dat met de hennepkwekerij meerdere oogsten behaald zouden kunnen worden. Men gaat uit van een afschrijvingsperiode over 4 jaren. Uitgaande van een kweekcyclus van 10 weken, kunnen er per jaar 5 oogsten gerealiseerd worden, waardoor per oogst slechts 1/20ste deel van de investeringskosten in aftrek kan worden genomen op de opbrengst. 

Volledige aftrek investeringskosten?

Er is echter ook een tegengeluid te horen. In een drietal uitspraken heeft Gerechtshof Amsterdam op 12 april 2010 bepaald dat de volledige investeringskosten moeten worden afgetrokken van de opbrengst (o.a. LJN: BM0910). Het hof Amsterdam overwoog daartoe: 

"Het hoger beroep van het openbaar ministerie richt zich met name tegen navolgende overweging van de politierechter: 
"De politierechter stelt voorop dat de in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht bedoelde ontnemingsmaatregel een reparatoir karakter heeft. De ontnemingsmaatregel is daarom niet gericht op leedtoevoeging, maar beoogt veroordeelde in de vermogenspositie te brengen waarin hij verkeerde voor het plegen van het strafbare feit waaruit hij voordeel heeft gekregen. Mede gelet hierop dient bij de bepaling van het voordeel te worden uitgegaan van het voordeel dat de veroordeelde in de concrete omstandigheden van het geval daadwerkelijk heeft behaald. De politierechter acht het in dat licht beschouwd niet redelijk om bij de bepaling van de kosten die voor aftrek in aanmerking komen, uit te gaan van de fictie dat uit de bij veroordeelde aangetroffen hennepkwekerij meerdere oogsten zouden volgen indien die kwekerij niet door de politie zou zijn ontdekt en ontmanteld. Om die reden dienen niet de afschrijvingskosten van de voor de hennepkwekerij benodigde installatie te worden aangemerkt als kosten die voor aftrek in aanmerking komen, maar de kosten die veroordeelde daadwerkelijk heeft gemaakt om het voordeel uit de gerealiseerde oogst te verkrijgen. Ook in boekhoudkundig opzicht lijkt de fictie (…) onlogisch en onjuist. Indien een bedrijfsmiddel van een legale onderneming door onvoorziene omstandigheden verloren raakt, zal dat bedrijfsmiddel in het betreffende boekjaar in zijn geheel worden afgeschreven in plaats van de gebruikelijke afschrijvingskosten op te nemen onder toepassing van de fictie dat de onderneming met het verloren middel nog geruime tijd zou worden voortgezet. De politierechter ziet geen aanleiding om in het geval van een illegale onderneming te kiezen voor een andere benadering. 
De politierechter is derhalve van oordeel dat de investeringskosten die betrokkenen heeft gehad om de hennepkwekerij tot stand te brengen in zijn geheel van de opbrengst dienen te worden afgetrokken.” 
Het openbaar ministerie stelt zich op het standpunt dat volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel verkregen uit een hennepkwekerij per geslaagde oogst slechts een gedeelte van de investering in mindering mag worden gebracht, de zogenaamde afschrijving. De advocaat generaal heeft voor argumenten verwezen naar een artikel in Boom-Nieuws. 
Het hof deelt dit standpunt van de advocaat-generaal niet. De omstandigheid dat de Hoge Raad het oordeel van de lagere rechter in een bepaalde zaak niet onbegrijpelijk acht, indien slechts een gedeelte van de investering in mindering wordt gebracht, noopt niet tot de gevolgtrekking dat in geen enkel geval de gehele investering op het wederrechtelijk verkregen voordeel in mindering mag worden gebracht. 
Voorts is het hof van oordeel dat de politierechter uitvoerig en op juiste wijze de redenen heeft opgegeven, waarom in de onderhavige casus bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen vermogen de gehele investering in mindering is gebracht. 
Het hof schat - gelet op het voorafgaande - het wederrechtelijk verkregen voordeel als volgt. 
Het hof gaat ervan uit dat de veroordeelde éénmaal heeft geoogst (90 planten) en dat daarna, tijdens de tweede kweek (90 planten), de hennepkwekerij is ontdekt en ontmanteld. 
Uitgaande van de bovengenoemde overwegingen van de politierechter, is het hof van oordeel dat ook de gemaakte variabele kosten en energiekosten met betrekking tot de tweede kweek op de opbrengst in mindering mogen worden gebracht."  

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden