Verweer en beoordelingskader kostenverhaal door gemeente na hennepkwekerij
Op grond van het bepaalde in artikel 5:25 Awb geschiedt de toepassing van bestuursdwang op kosten van de overtreder, tenzij deze kosten redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te komen. In artikel 4:86 Awb wordt vervolgens bepaald dat de verplichting tot betaling van een geldsom bij beschikking wordt vastgesteld.
Bezwaarschrift indienen?
Tegen het besluit van de gemeente bestaat de mogelijkheid om binnen 6 weken na dagtekening van dat besluit een bezwaarschrift in te dienen. In het bezwaarschrift kan verweer worden gevoerd tegen de spoedeisendheid van de toegepaste bestuursdwang (bijv. dat de situatie niet zo gevaarlijk was als dat wordt beweerd) en dat het gebouw wel voldeed aan de vereisten in het Bouwbesluit de Bouwverordening en het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken.
Een andere grond zou kunnen zijn dat niet u als overtreder moet worden aangemerkt, maar de daadwerkelijke persoon aan wie het pand, of althans de bovenverdieping, was onderverhuurd.
Eigenaar/hoofdhuurder in beginsel aansprakelijk
Op grond van jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt de eigenaar/eigenaresse van een gebouw in eerste instantie als overtreder aangemerkt voor de genoemde verboden in de zin van de hierboven genoemde wet- en regelgeving, in de zin van het "laten komen” en "laten gebruiken”, ongeacht of hij of zij het pand heeft verhuurd. Hetzelfde geldt voor onderverhuur. Dit is slechts anders als hij of zij niet wist of niet kon weten wat er in het pand plaatsvond. Gelet op de jurisprudentie van de Raad van State is er van die uitzonderingsgrond slechts sprake indien de hierna te noemen omstandigheden zich cumulatief voordoen:
1. Er is sprake van een huurovereenkomst (inclusief kopie legitimatiebewijs van huurder/onderhuurder) en een deugdelijke huuradministratie;
2. Uit deze huuradministratie blijkt dat de huur voldaan wordt door degene met wie de huurovereenkomst is gesloten;
3. Degene met wie de huurovereenkomst is gesloten en die de huur betaald is in de Gemeentelijke Basisadministratie ingeschreven op het adres waar de hennepkwekerij is aangetroffen;
4. Er vindt een zekere controle plaats op het gebruik van het pand door de verhuurder/onderverhuurder.
Deze criteria gelden voor zowel professionele als niet professionele verhuurders. Dit houdt in dat slechts indien aan deze voorwaarden is voldaan redelijkerwijs gesteld kan worden dat de verhuurder/onderverhuurder niet op de hoogte was en ook redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn van de verboden activiteiten in het pand en hij derhalve niet als overtreder kan worden aangemerkt.
Benodigde bewijsstukken
Deze criteria dienen te worden gehanteerd als richtlijn om te beoordelen in hoeverre het indienen van een bezwaarschrift zinvol is. Wilt u een goede kans maken om verweer te voeren tegen de kostenverhaalsbeschikking, dan dient u de volgende bewijzen te kunnen aanleveren:
1. Een huurovereenkomst met de (onder)huurder;
2. Een deugdelijke huuradministratie met bewijs van de betalingen;
3. Een uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie waaruit volgt dat de (onder)huurder stond ingeschreven op het genoemde adres;
4. Een verklaring van u waaruit volgt dat u regelmatig controle hield op het pand maar dat u nooit iets hebt gemerkt van de aanwezigheid van de hennepkwekerij.